Vogelvrij!

Juni is de laatste maand voor Kwatta, de laatste maand voor mij als artistiek leider van dit gezelschap. In mijn blogs grasduin ik door de tijd. Kwatta kent een prachtige geschiedenis, waar helaas wreed een einde aan lijkt te komen. Tenzij…

20 jaar is lang. Kwatta heeft veel voorstellingen gemaakt. In de klas, in de trailer, in de kleine zaal, grote zaal, het openluchttheater, het museum, op locatie buiten. Een schat aan kennis en ervaring dreigt te verdwijnen.

In de reacties op mijn blogs merk ik dat veel mensen geïnteresseerd zijn in het ándere Kwattaverhaal, het politieke, het verhaal van verdeel en heers. Daar heeft Kwatta natuurlijk een aantal keren flink mee te maken gehad. Eén keer in de Halbe Zijlstratijd en één keer tijdens de coup die bij Kwatta gepleegd werd. Beide verhalen zijn akelig. Ze gaan over macht, strijd, het verdelen van subsidies, over belangen die deels onder de tafel blijven.

Het is, kortom, niet het leukste deel van de geschiedenis van Kwatta. Ik denk zelf liever aan al die mooie voorstellingen die we hebben gemaakt, de gigantische tours door binnen- en buitenland. Maar er zijn bij Kwatta natuurlijk een aantal dingen gebeurd die, zo is mijn overtuiging, in ieder gezelschap kunnen gebeuren. Die er zelfs voor kunnen zorgen dat je vogelvrij verklaard wordt. Zeker omdat iedere artistiek directeur een gepassioneerde, eigenwijze, en niet altijd even makkelijke maker is.

Ik ben een verwoed vogelaar. Iedere dag ben ik met vogels in de weer. Zo vrij als een vogel, klinkt mij dan ook als muziek in de oren. Dat is waar je als kunstenaar naar op zoek bent. Om in alle vrijheid je voorstelling te kunnen maken. Zo vrij als een vogel is iets anders dan vogelvrij zijn. Vogelvrij ben je als je gebrandmerkt wordt, uitgesloten, verketterd. Met die kant van de medaille heb ik helaas ook te maken gehad. En dat is vreselijk! 

Nu de laatste dagen van Kwatta geteld zijn, heb ik de vrijheid om te spreken. Een beetje uitgezoomd, hoop ik. Of liever, in vogelperspectief… als me dat lukt. En als ik me dan uitspreek wil ik zeggen dat de uitsluiting, de klakkeloze veroordelingen, het geweld zoals ik dat heb ervaren, me diep in mijn persoonlijk leven heeft geraakt. Het heeft mijn gezin geraakt. Dat laat zich moeilijk op een afstand plaatsen. De coup heeft een vernietigende uitwerking gehad, met een enorme nasleep. Voor mij persoonlijk en voor Kwatta.

Ik ben geschokt geweest over het feit dat mensen die mij niet kenden, wél een mening over mij hadden. Dat niet alleen ik, maar ook andere medewerkers van Kwatta ontdekten dat ze niet echt welkom waren in bepaalde netwerken. Hoe snel het gif zich blijkbaar door aderen verspreidt.

In de afgelopen jaren ben ik door een aantal mensen benaderd die mij verteld hebben dat ze zich in mijn geschiedenis herkenden omdat hen hetzelfde was overkomen. Dat steunt maar is ook schokkend! Als je nooit op een dergelijke manier vogelvrij bent verklaard, heb je geen idee wat dat met een mens doet, wat woorden en leugens aan kunnen richten. Hoeveel je daarmee kapot kunt maken. Sommige van de mensen die mij benaderden raadden mij daarom aan te zwijgen. Wacht tot de storm gaat liggen. Daar zit iets in. Als je niet zwijgt, maak je jezelf kwetsbaar en leg je je hoofd opnieuw op het hakblok. En de ervaring heeft geleerd dat er altijd weer mensen bereid blijken om te hakken. Zelfs al kennen ze de verhalen alleen van horen zeggen

Ik heb de afgelopen jaren geprobeerd om door te gaan. En dat is gelukt. Ik heb het gezelschap opnieuw opgebouwd, ik heb bepaalde netwerken weer opgezocht, mensen ontmoet. Ik heb daar iedere keer veel moed voor moeten verzamelen. Laster is zo’n smerig gif. Zeker omdat het zich achter je rug afspeelt en niet in je gezicht. Dat maakt onzeker. 

Toch zit er ook een andere kant aan dit verhaal, een mooie kant. Ik heb in de afgelopen twee jaar theater gemaakt, radicaler dan ik ooit deed, met goeie mensen, in vol vertrouwen en in kwetsbaarheid. Ik heb ervaren dat theatermaken helend kan zijn. Juist als je de keerzijde kent, is de noodzaak om tot schoonheid te komen, om met elkaar kwetsbaar te durven zijn, wat mij betreft alleen maar groter geworden. In die zin heeft het theater in mijn leven gewonnen!

Tenslotte nog wat tips vanuit mijn perspectief als artistiek directeur:  

-Kies voor een Raad van Toezichtmodel en zorg dat je als artistiek directeur daar in zit. Het is niet waarvoor je op de wereld bent, ik weet het, maar het maakt je positie als artistiek directeur minder kwetsbaar. Overige leden in zo’n Raad zijn over het algemeen mensen met niet-artistieke functies en achtergronden. Om evenwicht te krijgen is het van het grootste belang dat het artistieke in zo’n Raad goed geborgd is. En begrepen wordt!

-Droom tegen de verdrukking in. Toen Kwatta in de Halbe Zijlstratijd haar subsidie verloor, zijn wij minder voorstellingen gaan maken, maar wel groter. Dissus is daar een voorbeeld van. Daarnaast gingen we in het buitenland spelen, omdat men daar wél op ons zat te wachten. We wonnen the Victor Award met Mismuis en toerden met opeenvolgende voorstellingen de hele wereld over.

-Ondanks alle adviezen om te zwijgen, en met respect voor ieders keuze, zeg ik toch: Spreek! Zwijg niet!! Als artistiek directeur ben je een publiek figuur. Als je zwijgt, zoals ik in eerste instantie heb gedaan (omdat dat me werd opgedragen ten tijde van de coup), worden dingen voor je ingevuld. Doordat er óver je gepraat wordt en niet mét je, ontstaan er idiote verhalen. Achteraf kun je je alleen maar verdedigen en dat is een slechte uitgangspositie. 

-Gun jezelf als artistiek directeur tijd om te mijmeren. Ook als je het vreselijk druk hebt. Mijmertijd, tussentijd, oningevulde tijd is tijd die je nodig hebt om op te laden en te ontdekken. Hoe kom je anders bij al die nieuwe gedachten, invallen, verse blikken. Jezelf tijd gunnen om in zogenaamde leegte door te brengen, is moeilijk. Er is immers altijd een overvolle agenda die om aandacht schreeuwt. Het is mij vaak niet gelukt om me te realiseren dat mijmertijd werktijd is.

-En dan nog een hartenkreet. Jeugdtheater is een specialisme. Ik zie op dit moment met lede ogen aan hoe de subsidiepot in Gelderland, die ooit bestemd was voor jeugdtheater (het geld dat Kwatta kreeg), nu plotseling omgedoopt is in jeugdpodiumkunsten. Hierdoor is er minder geld beschikbaar voor het jeugdtheater. Er is in Gelderland nieuw beleid bedacht, waardoor er voor sommige partijen nieuw geld vrijkomt. Voor het jeugdtheater geldt dat dus niet. Het jeugdtheater (maar ook scholen, jeugd, publiek) is het kind van de rekening. De jarenlange expertise van Kwatta waar Gelderland op heeft kunnen bogen, is binnenkort verdwenen. Ik ben van mening dat met dat verdwijnen van Kwatta er een groot gat ontstaat op het gebied van jeugdtheater in Gelderland. Sommige mensen menen dat dat gat makkelijk opgevuld kan worden. Ik vind dat treurig. Het getuigt van weinig inzicht of respect voor de prestaties van Kwatta in de afgelopen 20 jaar. Jeugdtheater doe je er niet zomaar even bij. 

Laten we hopen dat Kwatta het redt. 

Teleporteren kun je leren!

Over jeugdtheater bestaan vreemde ideeën. Soms denken mensen dat kinderen zelf spelen. Of dat het allemaal héél educatief moet zijn. En daarmee wordt bedoeld dat je er iets van kunt leren. Dat jeugdtheater voor volwassenen even interessant kan zijn als voor kinderen, is vaak een ontdekking. Of dat het hoogstaande kwaliteit heeft. Dat de makers kinderen even serieus nemen als zichzelf. Of dat er bijna geen onderwerp is waar je het niet over kunt hebben in het jeugdtheater…

Er bestaan ook heel veel opvattingen. Zo kan een jeugdtheatervoorstelling maar beter niet langer dan een uur duren, anders houden de kinderen het niet vol. In het buitenland is men vaak, nog meer dan in Nederland, bang om de tere kinderziel te kwetsen. 

Ik geloof zelf dat je het overal over kunt hebben met kinderen. Het ligt er alleen maar aan hoe je het doet. Of het, lelijk gezegd, communiceert. Ik ben er altijd allergisch voor als iets over de hoofden van kinderen heen gaat. 

Er bestaat geen recept voor wanneer iets (goed) jeugdtheater is of niet. Ik probeer zelf altijd theater te maken dat op meerdere niveaus prikkelt. Dat doe ik overigens nooit in mijn eentje. De acteurs met wie ik werk dragen dat, hebben een bepaald gevoel voor taal en humor, voor muzikaliteit, waarin we elkaar op de vloer kunnen vinden. 

En dan de educatie? Wat is dat eigenlijk? Natuurlijk is een voorstelling zelf al educatie. En dan bedoel ik niet dat je er duidelijke leerdoelen in kunt herkennen. Het ervaren van kunst, zowel voor volwassenen als kinderen, is leerzaam, groeizaam, heilzaam en dus educatief. Als maker vind ik het altijd fijn om met een voorstelling die ik gemaakt heb, nog even in het hoofd van kinderen te kunnen blijven wonen. Dat kan door educatiemateriaal aan te bieden waarmee kinderen zelf aan de slag kunnen gaan. Kunst, een voorstelling, ervaar je, zelfs al zit je in een zaal met 400 andere kinderen, toch vooral in je eentje. Wat sla je op, wat neem je mee? 

Ik ben nooit zo’n fan van nagesprekken. Je moet dan immers meteen je woorden klaar hebben, na afloop. Bovendien, alles wat gezegd wordt bestaat vanaf dat moment en kan zich tussen jou en je meest individuele ervaring plaatsen. Verder is de ene mens nu eenmaal verbaler dan de andere. Daarom hou ik van educatie waarmee kinderen ook individueel kunnen werken. Iets waardoor je in zo’n opdracht even terug kunt zijn bij je eigen persoonlijke beleving die je had tijdens de voorstelling. Iets wat je mag, maar zeker niet hóeft te delen. Voorstellingen lenen zich vaak voor klassikaal filosoferen. Ook leuk, ook belangrijk, maar het meest interessante vind ik educatie die je niet af kunt ronden. Die blijft bestaan, in je hoofd, in je la, onder je bed. Zoals dat met een voorstelling ook zit. De anekdote kun je navertellen, maar dat wat het met je doet, hoef je niet te vertellen. Daar bestaan misschien geeneens woorden voor. Of daar vind je de woorden misschien pas maanden later voor. En dat kunnen heel andere woorden zijn dan die van je buurman of buurvrouw. Die ontdekking en dat dat mag, vind ik misschien wel het krachtigst van alles. Voor veel dingen die je kunt leren op school, bestaat er altijd maar één antwoord: het goede antwoord. Voor kunsteducatie bestaat dat niet. Mag dat niet eens, vind ik. Kunsteducatie maakt ruimte om te ontdekken dat er meer dan één antwoord is, dat er misschien wel geen antwoord is, alleen maar duizelingwekkend veel vragen. Kunsteducatie mag ontregelen, net zoals een voorstelling dat doet.  

Het is altijd een mooie puzzel om samen met de educatiemedewerker na te denken over de educatie die ontwikkeld gaat worden bij een voorstelling. Mij helpt het als maker ook altijd om vanuit een andere invalshoek opnieuw na te denken over waar het in de voorstelling voor mij nu precies om draait. De vertaling naar hoe het educatie wordt, is spannend. Het gaat bij Kwatta eigenlijk nooit om standaard spel-lessen. Met educatie probeer je het klaslokaal te laten verdwijnen, een theaterervaring te stollen en even te teleporteren naar een plek in je hoofd, in je buik, ergens in je bewustzijn, waar je opnieuw contact mee kunt maken door middel van die educatie-opdracht. Dat klinkt misschien vaag, maar dat is het niet. Eigenlijk zoek je opnieuw naar dat deurtje waardoor je naar binnen bent gegaan, de voorstelling in. Daar is, als het goed is, iets gebeurd, een ervaring, helemaal van jou alleen. Educatie kan je helpen om daar weer te komen en, om er zelf iets aan toe te voegen, wat ook weer van jou alleen is, of wat je kunt delen met wie je maar wilt.   

Hoe minder educatie uitlegt, hoe educatiever het is. Dus ja, het klopt wél dat jeugdtheater ook heel educatief is. Maar laten we educatie dan anders definiëren. Als iets waar we allemaal behoefte aan hebben, als iets waar we allemaal van kunnen leren, omdat  nieuwsgierig zijn naar wat je niet kent héél belangrijk is. En dat geldt niet alleen voor een kind, maar ook voor een volwassene. Kunst kan je in die levensinstelling helpen, ondersteunen, prikkelen. 

Bij Metamorfosen hadden we het grote Metamorfosenspel ontwikkeld. Evelien Kanters was onze educatiemedewerker voor dit project. Zij maakte een spel waarmee je de wereld zelf opnieuw in kon kleuren. Er waren Daedaluskaarten, die over denken gaan, Arachnekaarten die over doen gaan, Echokaarten die over dromen gaan. De opdrachten kun je alleen doen, met zijn tweeën of met de hele klas. Iedere opdracht ging over Veranderen. Het spel kan maanden doorgaan. Dus waar eindigt een voorstelling?