Toen ik 20 jaar geleden vanuit Amsterdam naar Nijmegen vertrok, bleek ik ineens naar de regio te verhuizen. De regio? Hoezo? Wat is dat?
In beleidstaal noemt men alles wat zich rechts van Utrecht bevindt, de regio. Ik heb daar nooit veel van begrepen. Is de Randstad niet gewoon ook een regio? En als je, zoals wij bij Kwatta, met je voorstellingen over de hele wereld speelt, waar hebben we het dan in dit kleine kikkerlandje over? Drie keer niezen en je bent van oost naar west.
Toch is die scheidslijn voelbaar aanwezig. Iedere voorstelling die ik vroeger maakte in Amsterdam kreeg per definitie het stempel landelijk. Dat bleek bijvoorbeeld uit de hoeveelheid pers die kwam recenseren. Maak je dezelfde voorstelling in Nijmegen, dan duurt het langer voor ie wordt opgepikt. Het heeft Kwatta heel wat jaren gekost om een plek te veroveren op de landelijke kaart. Grappig genoeg ging het met onze internationale vlucht voorwaarts een stuk sneller. Maar ja, vanuit New York gezien is Nederland natuurlijk in zijn geheel niet meer dan een speldenprikje op de kaart.
Toch zijn er zeker verschillen tussen het werken in het jeugdtheater in Amsterdam en Nijmegen. Als je in de Randstad werkt heb je sowieso meer collega’s om je heen. Er is meer aanbod, ook voor jeugd.
Gelderland is een zeer grote provincie, met naast veel groeikernen en steden, ook veel landelijk gebied. Plekken waar kinderen met groot gemak nooit in aanraking komen met theater, omdat er simpelweg niets in de buurt is. Je rol als jeugdtheatergezelschap in Gelderland is daarmee evident. Ik ben me daar altijd zeer van bewust geweest, en ik heb er ook altijd van genoten om met Kwatta op zoveel mogelijk plekken in Gelderland te spelen. Naast de kleine en de grote zaalvoorstellingen heeft Kwatta veel gereisd door Landsdeel oost met haar trailervoorstellingen, met voorstellingen in de openluchttheaters, in musea als Kröller-Müller en Het Valkhof, en natuurlijk vooral met héél véél kwattaklasvoorstellingen. Voorstellingen waarmee we op een onbewaakt moment de klas binnenvielen; voor de kinderen het wisten zaten ze midden in een theatervoorstelling, in een mini opera, in een zogenaamde lezing die volledig uit de hand loopt etc.
Eén jaar speelden we zelfs vier kwattaklasvoorstellingen tegelijk op scholen. Voor iedere leeftijdscategorie een andere voorstelling, waardoor zo’n school voor één dag helemaal overgenomen werd door Kwatta. Hoe bijzonder is dat? De betekenis, de noodzaak van de spreiding van cultuur, van theater heeft mij altijd enorm gemotiveerd.
In de Halbe Zijlstratijd moest er bezuinigd worden in het jeugdtheater en waar viel het mes? Natuurlijk in de regio. Ver van de Randstad. Op de kaart van Nederland was de keuze gevallen op Landsdeel Oost. Eén van de twee jeugdtheatergezelschappen moest daar verdwijnen. En waarom? De motivatie ontbrak.
Wij hebben toen aangetoond dat in Landsdeel oost evenveel kinderen wonen als in de hele Randstad, dat de gebieden qua omvang ook even groot zijn, maar dat er qua subsidie, omgerekend per kind, drie keer minder geld naar Landsdeel Oost ging dan naar de Randstad.
Hadden die kinderen in de regio minder recht op kunst en cultuur?
Die scheve, randstedelijke, manier van kijken naar spreiding van cultuur, en zeker op het moment dat er schaarste is of er bezuinigd moet worden, is mij een doorn in het oog.
Juist in het jeugdtheater, waar je de kans hebt om kinderen voor het eerst kennis te laten maken met kunst en cultuur, is spreiding zo belangrijk. Daar plant je de zaadjes.
Ik gun ieder gezelschap in de Randstad zijn of haar subsidie, maar net zo goed gun ik het ieder kind in de regio om met jeugdtheater in aanraking te komen.
Zelfs de beleidsmakers in de regio lijken te accepteren dat als er bezuinigd wordt, dat bij hen in de regio gebeurt. Daarom zeg ik het nog maar een keer: De Randstad is ook een regio. En eerlijk zullen we alles delen.