Verse blikken

Iedereen die wel eens bij Kwatta is geweest, weet wat voor een sfeervolle plek Het Badhuis is. Niet alleen een prachtig monument, maar ook een intieme theaterzaal, met een fijne akoestiek. Naast de vrije voorstellingen spelen we er altijd lange reeksen voor scholen, we kunnen de schoolvoorstellingen niet aangesleept krijgen in Nijmegen. En altijd is daar weer hetzelfde ritueel. De joelende kinderen op het pleintje, de rode deuren die opengaan, het gegons in de foyer. Het geluid van kinderen die voor het eerst in een theater komen, de verwachting, de opwinding… 

Het zijn die momenten waarop ik mezelf gelukkig prijs dat ik jeugdtheater maak. 

Nu Metamorfosen twee weken oud is, hebben we er alweer flink wat schoolvoorstellingen op zitten. Een week in ons eigen Badhuis en een week in de Poorterij in Zaltbommel. 

Als maker krijg ik vaak de vraag ‘hoe ik me kan inleven in kinderen’. Een vraag die me iedere keer weer verrast. Kinderen zijn toch geen andere diersoort? Ik leef me niet in in kinderen, ik maak de voorstellingen die ik wil maken. Mijn vragen zijn niet anders dan die van veel kinderen.

Kinderen hebben lenigere hersens dan volwassenen, antwoord ik vaak provocerend. Kinderen grossieren nog niet in ‘grote waarheden’, in ‘affe verhalen’, ze hebben de wereld nog niet naar hun maatstaven ingedeeld. Ze hebben dus veel ruimte in hun hoofd om iets ‘als nieuw’ te bekijken. En laat dat nou precies zijn waar het om draait in het jeugdtheater. De werkelijkheid zo kantelen dat er een nieuw perspectief ontstaat. En dat nieuwe perspectief opent hopelijk nieuwe vergezichten. Twijfelen mag, het niet weten is ook goed!

Nu Kwatta stopt, probeer ik zoveel mogelijk schoolvoorstellingen bij te wonen. Ik laaf me! Vorige week was er een school met kinderen met ‘een zeer diverse achtergrond’. Veel van de kinderen waren ‘nieuwkomers’, zoals iemand dat noemde. Heel even vroeg ik me af wat ik eigenlijk vond van die term, maar veel tijd had ik niet. Ik moest een openingspraatje houden. Honderdtien paar ogen die verwachtingsvol mijn kant op keken. De meeste kinderen (8+) waren voor het eerst in het theater. Ze hadden er zin in.

Toen het licht uitging stak er een gejoel op en plotseling dacht ik: Hoe gaan zij dit eigenlijk vinden? We schoppen in de voorstelling nogal tegen wat heilige huisjes aan. 

‘Hou je bek!’ riep Pallas Athene. De zaal reageerde verontwaardigd. Er klonk woedend gesis bij de aanranding van Daphne, er werd gegiecheld om het macho gedrag van Apollo, maar al snel werd het muisstil! Net als bij de liefdesverklaring van Narcissus,  en alle momenten waar het over ‘seks’ ging of over ‘gevoelens’ ( of je nou jongen bent of meisje, of geen van twee of allebei). Er werd gelachen, de adem ingehouden, intens meegeleefd.

Na afloop waren de acteurs enthousiast. De voorstelling was zo levendig geweest, het publiek zo betrokken. Ik realiseerde me dat ik zelf helemaal niet meer over mijn eigen vraag had nagedacht. Ik wist weer wat ik eigenlijk allang wist. (Maar ja, soms moet je iets nu eenmaal opnieuw ontdekken) Kinderen hebben verse blikken, staan meer dan volwassenen open voor wat ze nog niet kennen. Ik had het gezien in China, Taiwan, Canada enz. 

Als het aan kinderen lag zou de wereld er anders uitzien. Misschien is dat wel de grootste les die ik heb geleerd in het jeugdtheater!

Icarus….. Icarus!

Mijn eerste jeugdtheatervoorstelling was Icarus of de Lucht is blauw en ook de zee! Metamorfosen eindigt met Icarus. Toeval?

Na de première van Metamorfosen, vorige week, speelden we een week lang schoolvoorstellingen in het Badhuis. Spannend, want de voorstelling haalt nogal wat overhoop. Oorlog, geweld tegen vrouwen (en mannen), intimidatie, genderproblematiek (of juist niet), idealisme, machtsmisbruik, waar gaat de voorstelling nièt over, kun je je afvragen. Als maker had ik genoeg stof om over na te denken tijdens het repetitieproces. En dat is altijd heerlijk. Hoe verhoud je je als regisseur tot een tekst, tot een voorgestelde inhoud. Waar ligt voor mijzelf het zwaartepunt? Waar gaan de acteurs op ‘aan’? 

Planningstechnisch hadden we een probleempje. Het decorontwerp moest begin december af zijn en de tekst was nog niet voorradig. Maar we hadden al besloten waar het over ging, Jibbe de schrijver, Sanne de decorontwerper en ik de artistiek leider van Kwatta. Het ging over het einde der tijden, over de clash tussen generaties, over oud en nieuw, over een leeggegeten planeet, over de zeespiegel die stijgt, en over dat de mens moet veranderen. VERANDEREN! Metamorfosen dus. 

Zodoende was er eerst een decor en toen een tekst en toen moest alles in een repetitieproces bij elkaar komen. En dat terwijl het gezelschap Kwatta, onder mijn vingers, opgeheven werd met alle narigheid van dien. 

Alles stond op scherp. Ik tekende mijn vaststellingsovereenkomst en ik maakte een stuk zoals ik het nog nooit gemaakt heb. Misschien is dit stuk wel mijn laatste. Dat zou ik vreselijk vinden, ik ben artistiek met alle storm tegen alleen maar krachtiger geworden, maar als het zo moet zijn, dan ben ik trots op deze laatste voorstelling, trots op deze laatste van Kwatta die radicaal en ‘af’ is. Er is niets wat ik in deze voorstelling anders zou willen. De acteurs hebben de complexe materie opgepakt en vliegen. Ja Vliegen!, want Metamorfosen eindigt met Icarus.

In 1990 schreef en regisseerde ik Icarus, of de Lucht is Blauw en ook de Zee! mijn eerste jeugdtheatervoorstelling en ook de eerste voorstelling van Theater Artemis. Het was een voorstelling die internationale belangstelling wekte, maar die mij als pas afgestudeerde schrijver en regisseur van de regie-opleiding in Amsterdam, vooral liet ontdekken hoe bijzonder een publiek van kinderen is. De Icarus van nu, waarmee ik deze Metamorfosen afsluit, is misschien ruiger, wanhopiger, maar ook, zo hoop ik, even liefdevol. Want zonder poging om iets te veranderen, gebeurt er niets. En je hebt helden zoals Icarus nodig, die tegen de verdrukking in, doen wat we voor onmogelijk houden. Het is de betekenis die kunst heeft, voor kinderen, voor volwassenen. We moeten verhalen vertellen die ertoe doen. Ook al willen politici iets anders, ook al raken we onze subsidie kwijt, ook al wil men ons het zwijgen opleggen. Icarus heeft niets voor niets gevlogen!

Ik heb besloten om in de laatste levensmaanden van Kwatta, een blog bij te houden. Een blog waarin ik vertel over 20 jaar Kwatta, over het maken voor kinderen, over internationaal werken, over politiek die zich vooral druk maakt over politiek.

Volgende keer meer over één van die schoolvoorstellingen deze week, met 110 kinderen, met zoveel verschillende achtergronden en culturen, die eensgezind naar Metamorfosen kwamen kijken. Over hoe je alles voor het eerst óf juist opnieuw ontdekt, of je nu 8 bent of 60, of je hier maar net woont of dat je hier altijd gewoond hebt, en over de universele kracht van theater. 

Maar vooral… over de noodzaak om te blijven dromen!